Op de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober staan bijna twee keer zoveel mannen als vrouwen. Het aandeel vrouwen daalt opnieuw: van 38 procent in 2021 en 36 procent in 2023 naar nog maar 35 procent dit jaar. Van de zittende Kamerleden staan mannen bovendien vaker opnieuw op de kieslijst, en het aandeel onder lijsttrekkers blijft weer steken: slechts 5 van de 15 lijsttrekkers zijn vrouw. Dat blijkt uit onderzoek van Stem op een Vrouw, die de kieslijsten van de vijftien partijen die nu in de Tweede Kamer zitten analyseerde.
De Partij voor de Dieren en GroenLinks-PvdA zijn de enige partijen waar vrouwen in de (lichte) meerderheid zijn. Bij D66 en Volt is de verdeling precies in balans, met de helft vrouwen en de helft mannen. Op de lijsten van NSC, BBB, CDA, SP en ChristenUnie ligt het aandeel vrouwen rond de 40%. De VVD volgt met 35%, een forse daling ten opzichte van de 44% in 2023. Bij DENK is het percentage juist gestegen: van 24% naar 34%. Daaronder staan JA21 (15%), FVD (26%) en de PVV (28%), waar vrouwen duidelijk een kleine minderheid zijn. De SGP heeft opnieuw geen enkele vrouw op de lijst gezet. “Mensen denken vaak dat de representatie van vrouwen vooruit gaat, maar niets is minder waar. Er is meer aandacht voor het thema, maar dat leidt nog nauwelijks tot een eerlijker politiek systeem.” Aldus Devika Partiman, directeur van Stem op een Vrouw.
Net als in 2021 en 2023 worden ook dit jaar tien van de vijftien partijen vertegenwoordigd door een man als Lijsttrekker, en dus vijf door een vrouw. Dit jaar zijn dat Dilan Yeşilgöz (VVD), Caroline van der Plas (BBB), Lidewij de Vos (FVD), Esther Ouwehand (PvdD) en Mirjam Bikker (CU). Opvallend is dat van de vrouwen die al in de Kamer zaten, er minder terugkeren als kandidaat dan hun mannelijke collega’s. Van de mannelijke Kamerleden staat maar liefst 85 procent weer op de kieslijst, tegenover 69 procent van de mannen. Ook valt op dat tweederde van de vrouwelijke kandidaten (66%) voor het eerst op de lijst staat, terwijl dat bij mannen 54% is.
De vertegenwoordiging van vrouwen verschilt bovendien sterk per leeftijdsgroep. Onder kandidaten jonger dan 40 en ouder dan 60 jaar is minder dan een derde vrouw. Dat past in een patroon waarin het impliciet uitmaakt of je op de politieke norm-man lijkt, voor de kansen die je krijgt. De jonge (witte, academisch opgeleide, hetero) man heeft voordeel van zijn identiteit, in tegenstelling tot zij die niet aan de norm voldoen. Alleen in de leeftijdsgroep vijftigers zijn vrouwen licht in de meerderheid, met 54%.
Verantwoording
- Deze analyse is gebaseerd op de kandidatenlijsten zoals die door de partijen zijn vastgesteld. De Kiesraad moet deze lijsten nog goedkeuren.
- Er is alleen gekeken naar de partijen die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn.
- Leeftijdsinformatie was alleen beschikbaar voor VVD, D66 (gedeeltelijk), CDA, SP, BBB, ChristenUnie en Volt.
—
Noot voor de redactie
Neem voor meer informatie en persverzoeken contact op met Devika Partiman, directeur Stichting Stem op een Vrouw. Contactgegevens staan in de ANP gegevensbank, of zijn beschikbaar via info@stemopeenvrouw.com