Door Zahra Runderkamp
Het idee dat vrouwen ‘de politiek niet in willen’ is eenvoudigweg niet waar. Door het te herhalen onderschatten we hun ambitie.
Het is zeker dat er weer verkiezingen aankomen. Hoelang nog tot het kabinet valt? En mochten ze het toch nog lang volhouden, dan naderen de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 met rasse schreden. We hebben dus hoe dan ook snel nieuwe gezichten nodig voor de politiek.
Zoals de meer dan 8000 raadsleden, meer dan 1000 wethouders, en 150 Kamerleden in Nederland weten: de politiek is en blijft mensenwerk. In al die aantallen zijn vrouwen nog steeds flink ondervertegenwoordigd. Als reden wordt vaak intuïtief en vanuit de onderbuik genoemd dat ‘vrouwen toch niet willen’ en ‘dat ze er niet zijn’. Die horen allebei thuis op het kerkhof: kortzichtig en niet passend bij de werkelijkheid.
Aan ‘ze zijn er niet’ hoef ik hopelijk niet te veel woorden vuil te maken. Feit is dat vrouwen de helft van de bevolking uitmaken. Maar ‘dat ze niet willen’ is weerbarstiger. De verklaring dat vrouwen simpelweg minder politieke ambitie zouden hebben voelt misschien intuïtief, maar is onterecht. In werkelijkheid zijn de obstakels voor vrouwen complexer.
Er zijn veel vrouwen met ambitie, en zij zijn van alle leeftijden. We zien dat jonge meisjes in het voortgezet onderwijs evenveel politieke ambitie hebben als jongens. Onder de leden van Nederlandse politieke partijen zitten ook geen grote verschillen tussen mannen en vrouwen. En als klapper op de vuurpijl, de recente Basismonitor Politieke Ambtsdragers. Daaruit blijkt dat vrouwelijke politici (raadsleden en wethouders) juist méér ambitie hebben dan hun mannelijke collega’s om hogere posities te bekleden. Het idee dat vrouwen ‘niet willen’ is dus eenvoudigweg niet waar.
Door steeds te herhalen dat vrouwen de politiek niet in willen, wordt het een zichzelf vervullende voorspelling
Wat gebeurt er dan wel? Experimenteel onderzoek in Canada laat zien dat seksistische berichtgeving in de media ambitie flink kan schaden. Toen in het onderzoek mannelijke deelnemers werden blootgesteld aan geseksualiseerde verslaggeving over mannelijke politici, waarbij het privéleven van de mannelijke politici werd besproken, daalde hun politieke ambitie enorm. Tsja, dat zijn mannen nu eenmaal niet gewend. Vrouwelijke aspiranten hebben dus simpelweg meer te verduren, want ook in Nederland weten we dat de mediaberichtgeving veel meer nadruk legt op het privéleven van vrouwelijke politici.
En wat dacht u hiervan: wat als juist woede een motivator is om de politiek in te gaan? Na de verkiezing van Trump in 2016 was er een toename van vrouwen in Amerika die de politiek in gingen. Als we ambitie zien als een simpele kosten-batenanalyse, dan waren pre-Trump de kosten te hoog om de politiek in te gaan. Maar post-Trump waren de kosten te hoog om het níet te doen.
Het verhaal dat vrouwen zogenaamd niet zouden willen is dus echt ingewikkelder dan onze onderbuik ons influistert. En door het steeds te herhalen wordt het een zichzelf vervullende voorspelling. Als we blijven zeggen dat vrouwen niet willen of er niet zijn, onderschatten we niet alleen hun ambitie, maar riskeren we ook dat een serieuzer gesprek over de aantrekkelijkheid van de politiek uitblijft. Per slot van rekening lijkt het dan allemaal de schuld van de vrouwen zelf.
Samenwerking
Dit artikel is geschreven voor Binnenlands Bestuur door Zahra Runderkamp (1991), onderzoeker Diversiteit in de politiek. Bij Binnenlands Bestuur kijkt ze maandelijks met een wetenschappelijke bril naar vraagstukken over Diversiteit en inclusie in het Nederlandse openbaar bestuur. Vanuit Stem op een Vrouw doet ze onderzoek, zoals Wie wil er nog de politiek in? Onderzoek naar de invloed van geweld op politieke aspiraties van vrouwen voor Alliantie Politica.
Haar vorige artikel lees je hier.