Door Zahra Runderkamp
Nederland is koploper in politieke Diversiteit, maar echte inclusie vraagt meer dan cijfers.
‘Dus het gaat toch best goed?’ Sinds de recente publicatie van ons onderzoek naar politici met een migratieachtergrond in Nederland, is dit veruit de meest gestelde vraag. En eerlijk is eerlijk: Nederland scoort relatief hoog wat betreft het percentage politici met een migratieachtergrond in de Tweede Kamer – zo laten we zien – vergeleken met Duitsland, Spanje, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Maar wie alleen naar de cijfers kijkt, ziet niet alles.
Eerst de hand in eigen boezem. De vergelijking is beperkt: het gaat om een kleine, enigszins willekeurige selectie van landen. Een echt breed overzicht van politici met een migratieachtergrond, bijvoorbeeld over de hele Europese Unie, ontbreekt. En dit gaat om de Tweede Kamer, terwijl we weten dat andere niveaus over het algemeen achterblijven wat betreft Diversiteit. Hoe dan ook: Nederland komt relatief goed uit de bus, maar binnen een smal kader.
Nederland profiteert daarbij van de eigen migratiegeschiedenis. De politieke participatie van mensen met Marokkaanse en Turkse achtergronden is sterk ontwikkeld. Sommige Nederlandse partijen investeerden bovendien in diversiteitsprogramma’s, al blijft dat tot op de dag van vandaag lang niet overal vanzelfsprekend.
De cijfers vertellen hier niet het hele verhaal. Achter de aantallen schuilen ervaringen van hyperzichtbaarheid, discriminatie en extra weerstand – zo laten we zien op basis van 50 interviews met politici met een migratieachtergrond. Ze worden niet alleen beoordeeld op hun politieke werk, maar ook – vaak ongevraagd – verantwoordelijk gemaakt voor hele bevolkingsgroepen. Hyperzichtbaarheid maakt hen kwetsbaarder voor aanvallen en beperkt hun vrijheid om zich op eigen politieke thema’s te profileren.
Een koploper die stil blijft staan, wordt uiteindelijk ingehaald
De gevolgen daarvan zijn groter dan vaak wordt gedacht. Politici kunnen het gevoel krijgen vooral ‘gebruikt’ te worden om een divers beeld uit te stralen, zonder echte ruimte voor hun eigen stem te hebben. Diversiteit op papier betekent weinig als daar geen inclusieve praktijk achter zit.
Juist omdat het positieve nieuws aantrekkelijk is, maakt dat het als onderzoeker ingewikkeld om het gesprek genuanceerd te voeren. Quotes zijn kort. Ook hier blijft de column relatief kort om recht te doen aan ons vele pagina’s tellende rapport en jaren van onderzoek. En zodra je benoemt dat de weg naar politieke gelijkwaardigheid nog lang niet af is, voelt het voor sommigen alsof je de vooruitgang ontkent. Terwijl juist beide waar is: Nederland heeft al belangrijke stappen gezet én de barrières zijn nog altijd stevig aanwezig.
De uitdaging is wat mij betreft helder: niet blijven hangen in tevredenheid over de aantallen, maar blijven bouwen aan echte inclusiviteit. Echte representatie betekent niet alleen dat politici met diverse achtergronden binnenkomen, maar ook dat zij zich vrij kunnen ontwikkelen, profileren en doorgroeien – zonder extra hindernissen. Dat vraagt om bewuste keuzes: actief tegengaan van discriminatie en ruimte maken voor een bredere waaier aan politieke thema’s. Nederland mag trots zijn op zijn koppositie. Maar een koploper die stil blijft staan, wordt uiteindelijk ingehaald.
Samenwerking
Dit artikel is geschreven voor Binnenlands Bestuur door Zahra Runderkamp (1991), onderzoeker Diversiteit in de politiek. Bij Binnenlands Bestuur kijkt ze maandelijks met een wetenschappelijke bril naar vraagstukken over Diversiteit en inclusie in het Nederlandse openbaar bestuur. Vanuit Stem op een Vrouw doet ze onderzoek, zoals Wie wil er nog de politiek in? Onderzoek naar de invloed van geweld op politieke aspiraties van vrouwen voor Alliantie Politica.
Haar vorige artikel lees je hier.