Dit opiniestuk is geschreven door onze teamleden Floortje Fontein en Devika Partiman en verscheen op 1 november 2020 in de Volkskrant.
Terwijl vrouwen aan de frontlinie staan van de coronacrisis, worden zij nog steeds slechter betaald. In Nederland wordt bijna twee derde van de tot cruciaal bestempelde beroepen vervuld door vrouwen. Zoals in de gezondheidszorg, de sociale sector en het onderwijs. Deze vrouwen staan aan de frontlinie van de coronapandemie; hun werklast is zeer hoog en zij lopen meer risico op besmetting met het virus.
Maar in de zorg- en onderwijssector bestaat een grote loonkloof tussen man en vrouw. Terwijl meer vrouwen dan mannen risico lopen tijdens de pandemie, zien ze voor hun bijdrage aan de oplossing dus niet dezelfde waardering terug op hun loonstrook. Daarnaast lopen andere vrouwen juist grote kans om hun inkomen kwijt te raken. Ze zijn namelijk oververtegenwoordigd in de sectoren die het hardst getroffen worden door de crisis, zoals huishoudelijk werk, horeca, en de cultuursector.
In deze sectoren is vaker sprake van flexwerk en informeel werk – werk dat buiten het zicht van de overheid valt – en daarom zijn werknemers er minder goed beschermd tegen verlies van inkomen. Dit betekent dat vrouwen relatief vaker dan mannen hun inkomen kwijtraken in deze crisis.
Bovendien is het nog altijd zo dat vooral vrouwen onbetaalde zorgtaken op zich nemen. Een grote druk die tijdens de crisis alleen nog maar is opgevoerd door de (eerdere) sluiting van scholen en de kinderopvang. Werkende moeders worden genoodzaakt te jongleren met hun baan aan de ene kant, en de toegenomen onbetaalde werklast aan de andere kant.
Veel vrouwen moeten ten gevolge van de coronacrisis, twee ploegendiensten tegelijk werken. Alleenstaande moeders – een groep die in Nederland de grootste kans heeft om in armoede te leven – raakt dit het hardst.
Mentale gezondheid
De verhoogde druk door de onbetaalde werklast en het effect hiervan op de mentale gezondheid, dwingen sommige vrouwen te overwegen om minder te werken of zelfs hun baan op te geven. In 2018 was nog 62 procent van de vrouwen economisch zelfstandig. Dit percentage zal door de pandemie naar alle verwachting flink afnemen.
Deze effecten hebben langdurige gevolgen die, als ze niet worden aangepakt, de zwaarbevochten winst op het gebied van gendergelijkheid zullen terugdraaien.
De gevolgen van de crisis op de positie van vrouwen in Nederland kunnen van lange duur zijn. Onderzoek van UN Women toont aan dat mannen na een crisis veel sneller dan vrouwen op hun oude inkomstenniveau zitten. In de wetenschap dat er reeds sprake is van een loonkloof, dat vrouwen gemiddeld vaker in armoede leven en nog steeds minder kansen hebben om door te groeien op de arbeidsmarkt, is het cruciaal om de coronacrisis dit mechanisme niet verder te laten versterken.
Intussen zijn mannen oververtegenwoordigd in het kabinet, de Tweede Kamer en in de top van het bedrijfsleven, waar de belangrijkste beslissingen worden genomen. Ondanks de duidelijk gendergerelateerde gevolgen van de pandemie, nemen politici de ervaringen van vrouwen niet voldoende mee. Een voorbeeld hiervan is het Europese Herstelfonds, dat zich voornamelijk richt op sectoren waarin mannen oververtegenwoordigd zijn – zoals de digitale sector, energiesector, landbouw, bouw- en vervoerssector.
Dit tekort is niet binnen een paar maanden opgelost. Daarom is het belangrijk dat bestuurders nú onderzoek laten doen naar de gevolgen van de crisis op specifieke groepen, zoals vrouwen, en dat zij in elke stap van het zoeken naar een oplossing het perspectief van vrouwen meenemen.
Minimumloon
Een van de oplossingen komt van vakbond FNV. Deze stelt voor het minimumloon te verhogen van (iets minder dan) 10 naar 14 euro per uur. Vrouwen die nu vaak niet kunnen rondkomen van hun baan, worden dan deels uit hun achterstandspositie gelift naar een leefbaar inkomensniveau.
Ook is het belangrijk dat er druk komt op bedrijven om te zorgen dat hun vrouwelijke medewerkers niet financieel zwaarder gedupeerd worden dan andere medewerkers. En ook zaken zoals gratis kinderopvang kunnen van grote hulp zijn voor vrouwen die een baan met extra zorgtaken moeten combineren.
Het zijn slechts een paar ideeën; het is aan beleidsmakers om zorgvuldig te onderzoeken wat iedereen – inclusief vrouwen – nu het meest nodig heeft. De pandemie raakt ons allemaal, en het antwoord van onze regering moet alomvattend zijn.
Meer oplossingen voor de aankomende crisis moeten met het oog op vrouwen worden bedacht en de uitvoering kan niet lang wachten. Alleen dan voorkomen we dat vrouwen die al de grootste klappen van de crisis moeten opvangen, ook nog eens tien stappen terug worden gezet in hun emancipatie.