Verslag: Omgaan met online haat

11 februari 2021, Ministerie van Binnenlandse Zaken & Stichting Stem op een Vrouw

Online haat en bedreigingen zijn voor veel politici een realiteit. Niet iedereen is hier open over, bijvoorbeeld vanwege het risico dat de stempel dat je hiermee te maken hebt aan je blijft kleven, of omdat je uitspreken kan zorgen voor een toename van de haat. Om dit onderwerp in een veilige omgeving te kunnen bespreken, organiseerde het netwerk Politieke Vrouwen op 12 februari 2021 de bijeenkomst ‘Omgaan met online haat’. Er waren zo’n 70 deelnemers aanwezig. Met name vrouwelijke politici, maar ook mensen uit het openbaar bestuur, maatschappelijke organisaties, journalisten en activisten.

Aanleiding van deze bijeenkomst
De bijeenkomst wordt geleid door host Karlijn Saris, onderzoeksjournalist van de Groene Amsterdammer. Zij deed recent onderzoek voor De Groene Amsterdammer naar online haat en bedreigingen van vrouwelijke politici. Als eerst aan het woord is spreker Devika Partiman, oprichter van Stichting Stem op een Vrouw: “Online haat raakt veel politici, maar vrouwen vaker. Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Amnesty International. Vrouwen worden vaker slachtoffer van online haat, en val je ‘extra op’, bijvoorbeeld wanneer je een vrouw van kleur bent, dan verergert dit.” Partiman schetst de situatie verder: “Van politici horen we dat zij een drempel ervaren om hierover te praten: je zet een doelwit op je rug zet wanneer je hiermee naar buiten treed. Bij aspiranten horen we steeds vaker dat het een belangrijke reden is om niet politiek actief te worden. Dat is een nieuwe zorgelijke ontwikkeling.”

Eerste hulp bij online haat
De volgende spreker is Ibtissam Abaâziz van campagne platform DeGoedeZaak. Zij deed voor dit platform recent onderzoek naar online haat en bedreigingen richting maatschappelijke veranderaars zoals politici, activisten en vakbondsleiders. Naar aanleiding van de bevindingen is de website ‘Eerste hulp bij Online Haat’ gelanceerd; een toolkit met adviezen over wat je kan doen als jij of iemand in
jouw omgeving te maken krijgt met online haat.

Uit het onderzoek is gebleken online haat een structureel karakter heeft en dat veel ‘trollen’ en mensen die zich hieraan schuldig maken, steeds vaker georganiseerd te werk gaan. Dit gebeurt met name op Twitter. Ten tweede beperken trollen zich niet tot de online wereld. Dit kan inhouden dat familie, vrienden en zelfs de werkgever doelwit worden, berichten of zelfs post ontvangen. Dit kan bij slachtoffers van online haat leiden tot mentale klachten, reputatieschade en zelfcensuur. Verder, zo stelt Abaâziz, blijkt uit dit onderzoek dat niet iedereen evenveel kans maakt om slachtoffer te worden van online haat. Maatschappelijke veranderaars die zowel inhoudelijk in hun werk als in hun identiteit afwijken van de norm worden sneller aangevallen. Dit gebeurt met name als zij een machtspositie innemen. Sociale steunnetwerken die emotionele en praktische hulp bieden zijn voor hen dus van groot belang. De toolkit is te vinden op www.eerstehulpbijonlinehaat.nl. Hier zijn tevens verschillende verhalen van ervaringsdeskundigen te vinden.

Ervaringen en advies van vrouwelijke politici
In het laatste onderdeel van de bijeenkomst gaat de host in gesprek met politici Imane Nadif (gemeenteraadslid GroenLinks Amsterdam) en Rebekka Timmer (bestuurslid van BIJ1) in gesprek. Beide vrouwen hebben te maken gehad online haat, bedreigingen en georganiseerde haatcampagnes. Ook om hen heen zien zij dit vaak gebeuren. De impact van deze bedreigingen is groot: politici die een extra keer nadenken voordat ze hun huis uit gaan, op seksueel overschrijdende manier bejegend worden tijdens een raadsvergadering en zelf familie die bedreigd wordt. “Wanneer je als politicus aan de slag gaat, lijkt het wel alsof je publiek goed wordt en dat mensen alles tegen je kunnen zeggen” vertelt Nadif, die in 2018 raadslid werd. “Het is niet alleen seksisme; sommige vrouwen krijgen daar bovenop ook nog te maken met bijvoorbeeld racisme of validisme.” vult Timmer aan.

Nadif doet aan de deelnemers een oproep; zie je dit gebeuren bij een collega? Vraag hoe het met ze gaat. “Helaas zie ik dit nog te weinig gebeuren, maar we moeten elkaar hierin steunen.” Nadif en Timmer delen ook advies: zoek een of meerdere mensen op die je vertrouwt, en spreek met hen af dat je het hen laat weten wanneer je te maken krijgt met online haat. Dit kunnen mensen binnen maar ook buiten jouw eigen politieke partij zijn. Zij kunnen niet alleen emotionele steun bieden, maar ook praktisch: bijvoorbeeld voor jou door de opmerkingen scrollen en screenshots maken van eventuele bedreigingen. In geval er strafbare opmerkingen tussen zitten, kan je dit als bewijs aanvoeren. Timmer geeft aan dat je dit niet altijd zelf hoeft te doen, maar dat het juist fijn kan zijn om hiervoor de mensen die je vertrouwt in te schakelen. Tot slot wordt door een deelnemer de belangrijke toevoeging gedaan, om altijd melding te maken bij de politie wanneer je je zorgen maakt over je eigen veiligheid. Zij kunnen jou ook helpen om te bepalen of er strafbare feiten gepleegd zijn.

Met deze adviezen is de bijeenkomst op z’n eind. Wil je meer weten over online haat richting politici, of ben je op zoek naar tools om hier mee om te gaan? We zetten de belangrijkste links voor je op een rij.

Artikel: Misogynie als politiek wapen (De Groene Amsterdammer)
Tools: Eerste hulp bij online haat (website DeGoedeZaak)
Tools: Eerste hulp bij intimidatie op social media (website Weerbaar Bestuur)

Politieke Vrouwen is netwerk voor vrouwen in de politiek. Dit netwerk is een initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, i.s.m. stichting Stem op een Vrouw. Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van Politieke Vrouwen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.